Onze geschiedenis

Door Pieter de Haes, oktober 2010

Amicitia, vriendschap dus, is voortgekomen uit de Sociëteit Concordia van 1786. Ook Eindhovens en alleen al eerbiedwaardig om zijn leeftijd. Waarom er een afscheiding plaatsvond heeft wellicht zijn oorzaak in een sluimerend conflict. In zo’n situatie is er maar een kleine aanleiding nodig om een afscheiding een feit te laten zijn. Het notulenboek van Concordia van 1852 (!) maakt al melding van “eenige heeren, den algemeenen wensch deelende ter oprigting eener nieuwe sociëteit”. En de naam Amicitia wordt daar al vermeld. Pas in 1864 komt het tot een definitieve scheiding. Op die eerste ledenlijst prijken bekende namen: Van Bree, De Block, Jonckbloet, Keunen, Mignot, Raijmakers en Redelé.

 

Een diner voor louter Heeren.

Het eerste reglement van de sociëteit wordt gedrukt bij M.F. van Piere, die naast boekhandelaar ook uitgever is van de Meierijsche Courant. Uit dat reglement blijkt onder andere dat men onder “gewone leden” verstaat “die leden welke hun verblijf houden te Eindhoven, Woensel, Stratum, Gestel, Strijp of Tongelre”. Het bestuur bestaat uit drie directeuren, een secretaris-thesaurier en een plv secretaris-thesaurier. Wie lid wil worden moet ten minste 20 jaren oud zijn en zich schriftelijk melden bij de directie die dan onmiddelijk de naam 8 dagen voorhing en na weer 8 dagen moest laten stemmen. Voor het hebben van een bestuursfunctie dient men tenminste de leeftijd van 23 jaren te hebben bereikt.
Bij nadere bestudering van de archieven komen we in die beginperiode nog meer bekende namen tegen: Van Dijk, De Haes, Huysmans, Janssen, Schutjes, Spoor en Smitz.
Al meer dan honderd jaar heeft Amicitia een eigen thuis. Daarover later meer maar in het begin huurde de sociëteit, althans haar bestuur een lokaal in een van de koffiehuizen in de stad. Aanvankelijk “op de zaal ten huize van den kastelein P. van de Ven te Eindhoven”waarmee dus “De Gouden Leeuw” bedoeld moet zijn. Later zal het bestuur een overeenkomst met J. van der Harten Fzn. sluiten voor ƒ 250,- per half jaar. Het betreft het Koffijhuis met achterwoning en tuin. Bovendien ondertekenen de bestuurleden een aantal aandeelen van ƒ 5,- in een geldleening groot ƒ 500,- tot aankoop eener biljart…
Daarnaast heeft In die tijd de sociëteit een eigen leestafel, ze kwam voort uit de 18e eeuwse traditie van de leesgezelschappen. Wat er zo al lag? De Staatsalmanak van 1876; l’Illustration, “de officiele reisgids”, oftewel het spoorboekje, de jaargang van de Prov. Noord Brabantse Courant, De Tijd en de Nieuwe Rotterdamsche Courant en de Kladderadatsch. Enige jaren later worden sommige abonnementen weer opgezegd als het meubilair noodzakelijk moet worden vernieuwd. Thans koestert de sociëteit een kleine bibliotheek, waar onder andere een ruime collectie boeken en geschriften over Oud Eindhoven worden bewaard.
Conflicten met de huurbaas, waar disputen met betrekking tot de geserveerde bieren tot belangenconflicten leidden, doen het bestuur en de leden er uiteindelijk toe besluiten om een eigen pand te bouwen. Middels een ingenieuze financiele constructie en met geldelijke steun van een aantal van de leden kan de sociëteit het zich permitteren een pand te bouwen aan het Stationsplein, dicht bij de toenmalige villa van Adolph John Mignot. Het is het pand waar thans het café “Boven” is gevestigd. De surnumerair der belastingen Houwing vroeg zich destijds af of sommige leden het wel waard zijn een nieuw gebouw te stichten, afgaande op het weinige bezoek van die leden.
Totdat het nieuwe gebouw klaar is, vind de sociëteit onderdak in het nevenlokaal van de Koninklijke Harmonie “Apollo’s Lust” aan de Vestdijk.

In dit nieuwe gebouw, dat in de loop van de 20e eeuw fungeerde als hotel Bristol (tekening boven) en later hotel Van Thiel en waar, tot grote ergernis der leden soms de hotelgasten in de sociëteitszaal werden aangetroffen aan het ontbijt, huisde de vereniging vele decennia. De leden hielden er hun sociëteitsavonden en met name de Mi-Carêmebals, waar de toenmalige jeugd der sociëteit zich in groten getale verzamelde, genoten een grote faam onder de leden. Bij de bouw van het complex van de Grand Bazar aan de Vestdijk werd de toekomst van ons pand onzeker. Uiteindelijk werd het verkocht en verhuisde de sociëteit naar de Kerkstraat waar het -tijdelijk, zo bleek al snel- een pand betrok tegenover de Catharinakerk. Ook daar had de sociëteit de bovenzaal in gebruik en ook daar mondde het uit in onenigheid met de uitbater van het pand en ook daar ging het over kleine ongemakken zoals de variatie van de gerechten, de etensluchtjes uit de keuken of het heimelijk gebruik van de telefoon van Amicitia door “personeel van beneden”.

In 1982 betrok de vereniging haar huidige pand aan de Stratumsedijk. Onder leiding van de koopman Eduard Elias, de architect Leo de Bever en de bouwer Cornelis van Heeswijk werd het pand klaargestoomd voor gebruik door de sociëteit. Daar houden we nu onze borrels en diners, onze lezingen en bridgemiddagen. (Foto onder).